zondag 9 juni 2013

9 juni, laatste campernachtje!!!!

We zijn inmiddels aangekomen in Nanaimo bij onze laatste camping van deze vakantie. De ferry naar Vancouver voor morgen ochtend is gereserveerd. Om 10.15 varen we, zitten dan 2 uur op de boot en we moeten de camper voor 15.00 weer inleveren.

Na onze regenachtige ferry reis naar Port Hardy hebben we toch ook weer hele mooie dingen gezien.
Bij Telegraph Cove zagen we een enorm houtverwerkingsbedrijf:

Buckley Bay was ook een leuke plek om even uit te stappen, daar zijn we het kiezel/keienstrand opgelopen. Onder onze voeten renden kleine krabbetjes (3 á 4cm "groot") verschrikt weg en we vonden er ook een enorme zeester, ongeveer 25 cm groot.

Bij Little Qualicum Falls hebben we een heerlijke wandeling gemaakt en de waterval bewonderd.

In Pacific Rim National Parc zijn we het strand, Long Beach opgegaan en hebben heerlijk een stuk gelopen.

Het strand ligt er vol tot aan de vloedlijn met enorme boomstammen en stukken hout.

In het park zijn ook twee Rain Forest Trails aangelegd, die een goed beeld geven van hoe zo'n bos in elkaar zit. Het indrukwekkendst zijn de enorme Red Cedar Trees, die tientallen meters hoog zijn en enorme dikke stammen hebben. Ook konden we goed zien, hoe op omgevallen bomen gewoon weer nieuwe planten en bomen gaan groeien.


Onze camping was in het stadje Ucluelet, met uitzicht op een haventje.

Vanmorgen op tijd op, want we wilden de Lighthouse Trail aan de kust nog lopen. Die bleek erg mooi. Ondanks dat de trail maar 2,7 km lang is, hebben we er ruim een uur over gedaan, zoveel mooie plekjes om te stoppen, te genieten en foto's te maken.

Varen in de knop, mooi toch!


Onderweg naar Nanaimo hebben de camper ook maar even een goede wasbeurt gegeven, want er zat nog veel modder op van wegwerkzaamheden met regenachtig weer. 

Nu zijn we onze spullen aan het inpakken, de keukenkastjes hebben we al opgeruimd, de laatste restjes groenten zijn in een aardappelsalade verwerkt, sommige dingen hebben we maar aan de buren gegeven, want het is toch jammer om nog goed eten weg te gooien.

We zijn dinsdag nog de hele dag in Vancouver, woensdag om 16.00 uur vliegen we terug richting Nederland.

vrijdag 7 juni 2013

6 juni, 50 tinten grijs en hier en daar een beetje kleur.....

Gisteren avond begon het bij zonsondergang alweer een beetje bewolkt te worden. Dit gaf wel een mooi effect in de lucht.

Om elf uur lagen we plat en deden de oogjes dicht, aangezien de wekker  de volgende ochtend om half vijf zou gaan. We hadden er voor alle zekerheid maar twee gezet!

Na het opstaan snel aankleden, bakkie koffie/chocolademelk, en om 5.15 uur reden we de camping af naar de ferry terminal, nog geen vijf minuutjes rijden.
Er stonden nog niet veel auto's en campers en af en toe reed er een taxi langs. Druk zou het niet worden. Al met al duurde het toch 1,5 uur voor we op de boot waren, en er waren inderdaad niet veel reizigers. Het weer zag er grauw en grijzig uit, een beetje regen en niet veel zicht. We vonden plaatsen in de voorste lounge, met uitzicht naar alle kanten en lekkere stoelen. Ook daar zaten maar ongeveer 15 mensen.

Het grijs is de hele verdere reis gebleven,de regen ook, dus echt optimaal was de reis niet. Alleen als we vrij dicht tussen de eilanden door voeren, had je nog enig zicht op de mooie bergen.


Huis van de vuurtorenwachter, beetje eenzaam wonen daar!

Verder was het uitzicht ongeveer zo:


We hebben nu nog ca. 2,5 uur te varen en varen nu niet meer tussen de eilanden. Het is nu helemaal grijs-in-grijs.
Maar goed we hebben wel twee dolfijntjes en een orka in de verte voorbij zien zwemmen, dus da's dan wel weer leuk.

Het schijnt morgen op Vancouver Island ook niet echt mooi weer te worden, maar het weekend wel. Dus we wachten het allemaal maar af en genieten toch wel van alles wat we doen.

woensdag 5 juni 2013

4 en 5 juni, Prince Rupert

Gisteren hebben we onze eerste volledig verregende dag gehad. We reden in Smithers weg met een dikke, grijze wolkenlucht boven ons en regen. Af en toe was het heel even droog, maar dat duurde nooit lang.

Vlakbij Smithers hebben we even een afsteker gemaakt naar de Twin Falls. (Het was toen net even droog...) mooi om te zien, twee hele hoge watervallen vlak bij elkaar.

Verderop zijn we naar Hazelton gereden om naar het "First Nations Museum" te gaan, daarvoor moesten we wel over de "engste brug" van Canada: een smal geval, er passen geen twee auto's naast elkaar, hij loopt in een hobbel, gaat over een diepe kloof en het dek is gemaakt van "doorkijk" ijzeren platen. Daardoor krijg je het gevoel, dat je er met de auto overheen zwabbert en zo tegen de kant aan zult rijden.... Heel bizar! 
Het "First Nations Museum" bleek uit een kleine tentoonstelling, zes huizen, een paar totempalen en een souvenirshop te bestaan. De huizen mocht je alleen in met een "guided tour". Daar hadden wij niet echt tijd voor en zin in, dus het was wel jammer, dat we alleen de buitenkant konden bekijken. Dus vrij snel reden we terug over de enge brug en verder richting Prince Rupert.

De regen was vooral jammer toen we eenmaal voorbij Terrace waren. De weg tussen Terrace en Prince Rupert werd beschreven als een prachtige weg en dat was het ook. We zagen prachtige uitzichten bij de rivier Skeena, maar de bergen zaten dik in de wolken. We zijn toch maar hier en daar gestopt en hebben een poging gedaan de sfeer op een foto vast te leggen.


Eenmaal in Prince Rupert hadden we de camping snel gevonden. Deze ligt op nog geen kilometer van de Ferry Terminal, waar we donderdagochtend naar toe moeten.

Vandaag startte ook weer met dikke bewolking en we besloten om de camper lekker te laten staan en Prince Rupert in te lopen. 
Als eerste naar Cow Bay. Prince Rupert was vroeger een vissersdorp, waar zoveel heilbot werd gevangen, dat het Halibut Capital of the world werd genoemd. 
Begin 1900 werd er een melkveebedrijf geopend, maar omdat er nog geen aanlegsteigers waren, moesten de koeien door het water aan land komen. Dat bedrijf heeft het daar niet lang gered, maar de naam Cow Bay is wel blijven hangen. Het is een leuk stukje van Prince Rupert, met historische gebouwen en grappige toeristenwinkels. 
Historic Downtown zou, volgens de website van Prince Rupert, ook heel leuk zijn, maar dat viel ons wat tegen.
Na de lunch bij een visrestaurant was het weer behoorlijk opgeknapt en zijn we een stuk langs de rivier gelopen. Daar zagen we zeerobben lekker in het water dobberen en onze eerste Bald Eagle. Een mooi gezicht!


Nu zitten we inmiddels heerlijk in de zon bij de camper. We hebben hier ook al een paar eagles over zien vliegen, een prachtig gezicht!

Morgen moeten we vroeg op, de boot vertrekt om 7.30 uur en we moeten twee uur van te voren aanwezig zijn. Dus al te laat zullen we het vandaag niet maken. Als het weer net zo is als vandaag, zijn we morgen helemaal tevreden. Het zal hoe dan ook wel een mooie bootreis worden en we hopen natuurlijk ook walvissen, zeehonden, adelaars en andere dieren te zien!

maandag 3 juni 2013

3 juni, Smithers

Vandaag over een week moeten we onze camper alweer inleveren. We zijn nu ruim drie weken onderweg en hebben al zoveel gezien en zoveel indrukken opgedaan, dat het aan de ene kant omgevlogen is en aan de andere kant lijkt of we al veel langer onderweg zijn.
Dingen, die we aan het begin van de vakantie hebben gedaan, zoals Banff en Jasper National Parcs, lijken soms al een beetje te vervagen en langer geleden te zijn. En toch kun je, als je de foto's bekijkt of de blog nog eens leest, dat gevoel van "toen" zo weer voelen. Het deel van Canada waar wij doorheen rijden, is in feite één groot natuurgebied met hier en daar een dorp of een stad en verder prachtige meren, bergen en fascinerende landschappen. Je voelt je soms wel nietig als mens in zo'n overweldigend  mooie natuur.

Het stuk dat we vandaag hebben gereden ligt weliswaar meer in de bewoonde wereld als eerdere ritten, maar dan nog zijn het maar kleine dorpen die we tegenkomen en liggen de huizen buiten de dorpen voor ons gevoel zo ver van de bewoonde wereld, dat het voor ons Nederlanders bijna niet te vatten is, hoe men zo kan leven. Geen supermarkt, geen gezondheidscentra, geen binnenstad om te shoppen in de buurt, de naaste buren wonen kilometers verderop..... Voor ons stadsmensen is dat toch iets heel wonderlijks.

Vandaag zijn we we in Beaumont provincial parc gestopt: weer zo'n mooi onderhouden park met kampeerplaatsen en een mooi meer: Fraser Lake.

In Vanderhoof hebben we even koffie gedronken en boodschappen gedaan. Dat laatste duurt altijd een stuk langer als in NL, omdat je je soms een rotje loopt te zoeken naar wat je wilt hebben. En dan liggen erin de koelschappen vaak ook bijna alleen grootverpakkingen vlees e.d. dat je goed moet zoeken om iets voor 2 personen te vinden. We hebben het al eens eerder vermeld: alles is hier groter, van de koppen koffie tot de verpakkingen vlees!!!!

Bij Burns Lake zijn we ook nog even gestopt voor een korte wandeling langs het meer. Mooi, mooi, mooi!!

De eerste camping die we uitgezocht hadden, leek ons niet zo geslaagd, dus nu zitten we een stukje verder in Smithers op Par3 RV Parc. Daar is ook een grote golfbaan bij, waar wij geen gebruik van zullen maken. We zaten net lekker bij ons kampvuurtje toen een man met een enorme caravan voorbijreed en ons enthousiast vroeg of wij al gegolft hadden..... Nee, dus. 
De jongeman die ons hielp vroeg, hoe groot onze camper was en op ons antwoord 21 feet (ongeveer 6 meter, we moesten het ook nog een keer herhalen) , zei hij verbaasd: "so small????". Ja, dus!!! Maar als we zien wat er hier staat, begrijpen we zijn verbazing wel. Bijna alles is het formaat van een HTM bus!!!! We hebben ook een plek om te staan, waar de camper wel 3 keer inpast!
De camping is wel mooi, met veel bomen, struiken en planten. De muggen, die er waren hebben we met een goed rokend vuurtje weggejaagd!!








2 juni, Prince George, Blue Cedars Campground

Vandaag vertrekken we om 9 uur voor de eerste van drie 300 km ritten.
Al vrij snel komen we bij een gletsjermeer, dat er zoals gewoonlijk prachtig bij ligt. Een stop om foto's te maken hoort er natuurlijk bij en we genieten van het mooie uitzicht.


Kort daarna komen we bij Bijoux Falls Provincial Park. Er blijkt een grote waterval te zijn, die moet wel rechtstreeks van een gletsjer afkomen, want er komt een enorme kou vanaf. Hij is ook vol, als je vlak bij het hek gaat staan, word je behoorlijk natgespetterd.


We zien ook een Steller's Jay, een mooi, blauw vogeltje, dat vrij zeldzaam is.

Bij McLeod Lake rijden we Whiskers Point Provincial Park in. Je kunt er als daggast in, maar ook overnachten. Het zijn mooie plaatsen in een heerlijke omgeving, maar wij hebben nog niet ver genoeg gereden, om nu al een plek te vinden. We staan er wel een uur stil, wandelen door het bos, bewonderen het meer en de omgeving en eten er een boterham. En genieten van de rust en de stilte om ons heen.


 We rijden wel door een stuk Canada met veel mooie meren, want niet al teveel verder komen we bij Bear Lake Provincial Park. 
Deze Provinciale parken zijn mooi aangelegd, met veel ruimte om te wandelen, te zitten, speelplaatsen en toilethokken, die goed onderhouden worden en schoon zijn.
Boven het meer hangt een vieze lucht en het duurt ook niet al te lang voor we het horen donderen. We wachten de regen maar niet af en gaan naar de auto.

Hierna rijden we door naar Prince George, een vrij grote stad. Even getankt, de camper rijdt ongeveer 1:6 á 7, dus we tanken bijna elke dag wel een keer. Gelukkig is de benzine hier goedkoper als in Nederland, ongeveer € 1á1,20.

Net buiten Prince George, aan de higway waarop we morgen verder rijden, vinden we een camping, die ook nog eens een stukje van de snelweg af ligt. Wel rijdt de trein er vlak achter langs, maar er komen niet veel treinen voorbij daar hebben we dus weinig last van.

zondag 2 juni 2013

1 juni, Chetwynd, Caron Creek Campground




Vanochtend reden we even na achten de camping af met een rit van ongeveer 530 km voor de boeg. De lucht zag er erg donker uit en het regende dan ook een beetje. We konden goed doorrijden, het was erg rustig en het meeste verkeer leek de andere kant op te gaan. Ook in dit stuk van de AlaskaHigway had de natuur zijn best gedaan om helemaal wakker te worden en was het waterpeil van de rivieren en meren behoorlijk gestegen. 

Na een uurtje rijden klaarde het op en kwam de zon tussen de wolken door. 
Bij onze eerste stop, Buckinghorse Lodge, zat er een vrouw buiten van de zon te genieten na 4 dagen regen. Ze was helemaal "happy". We hebben er een lekker bakkie gedronken.

De Highway is op dit stuk vrij "recht toe, recht aan", met de eindeloos doorgaande weg. Er zijn ook weinig punten om te stoppen, we konden tot de lunch dus behoorlijk wat kilometers maken. Geluncht hebben we op een mooie "rest area", er stonden bankjes en tafels en het zag er goed onderhouden uit.
 Wat ons wel steeds verbaasd, is dat ondanks de afvalbakken, die op alle stopplaatsen staan, er toch vaak zoveel rotzooi gewoon weg wordt gegooid. We hebben nog nooit uitpuilende bakken gezien, dus daar kan het niet aan liggen! 
Na ruim 400 km moesten we "afscheid nemen" van de Alaska Highway en gingen we rechtsaf 
Highway 29 op, richting Chetwynd. Dit is een smallere weg, die behoorlijk stijgt en daalt en kronkelt. Meestal lagen er akkers of weides naast, en was vrij veel bebouwing. 
Vrij snel kwamen we op een uitzichtspunt met een mooi uitzicht op de velden en de Peace River.


Daarna door naar Chetwynd, ons doel voor deze dag. Bij de Visitor Information stond een hele rij grote houtsnijwerken opgesteld. Die zijn gemaakt voor een Chainsaw sculpting competition en er waren prachtige exemplaren bij.




Onze camping voor vannacht zit 16 km verder westelijk van Chetwynd. Het is een mooie camping, veel groen, bomen en bergen rondom. Hij ligt, zoals veel campings, wel dicht bij de snelweg, maar omdat die zo rustig is, hebben we daar helemaal geen last van.

We hebben nog even zitten rekenen: als we de rest van de route in drie stukken van ongeveer 300 km opsplitsen, komen we dinsdag aan in Prince Rupert en kunnen we daar nog een dag doorbrengen, voor we donderdag de ferry naar Vancouver Island nemen.

vrijdag 31 mei 2013

31 mei, detour, Umleitung, omleiding!!!!

Vanmorgen leek alles prima te gaan: op tijd op, om kwart voor 10 weg rijden, nadat we (schoon)moeders nog even hadden gebeld.
De benzinepomp zat precies op de kruising met Highway 37, die ons naar Prince Rupert zou brengen.
Terwijl ik de auto aan het vullen was, zag ik een aankondigingsbord..... Wat stond daar nou.??? "Highway 37 closed 80 km north of Dease Lake (zou onze eerste stop zijn) due to flooding"!!!!
Dus snel even nagevraagd bij de dames van de pomp en ja hoor, er stond minstens 2 feet, zo'n 60 cm, water op de weg en ze verwachtten, dat het nog wel meer zou worden en dat de weg morgen zeker ook nog wel dicht zou zijn...... Er was zoveel sneeuw gevallen deze winter en de warme dagen hebben ervoor gezorgd, dat die in sneltreinvaart is gaan smelten, bovendien regende het behoorlijk!
We begonnen direct woeste plannen te maken om de vakantie met een week te verlengen, maar ja, onze bazen....?????
Er waren twee mogelijkheden: terug naar Whitehorse, dan naar Skagway en daar een ferry nemen, dat werd hem niet. De tweede was terug over de Alaska Highway tot Fort St. John en daar Highway 29 nemen. Dat moest hem dan maar wel worden!
Na wat rekenwerk kwamen we tot de conclusie, dat we een KLEINE omweg van ruim 1000 km moesten gaan maken en dat, als we een paar lange dagen reden, we de ferry nog ruimschoots konden halen. Gelukkig hadden we de oorspronkelijke route naar Prince Rupert in vrij kleine stukjes verdeeld, van hoogstens 240 km.

Dus, om 10 uur reden we weg in de richting waar we vandaan waren gekomen. Bij Watson Lake hebben we snel nog een paar boodschappen gedaan en reden toen door richting Fort Nelson. Gelukkig konden we flink doorrijden, je mag hier meestal honderd en we rijden altijd braaf wat we mogen rijden, plus een beetje. Nou zijn sommige stukken redelijk bochtig en stijgend en dalend, daar gaat wel iets langzamer.

Het leuke was wel, dat we zo goed konden zien hoe de natuur ontploft was na een paar dagen warm weer en wat regenbuien. De bermen waren groen i.p.v. bruin/grijs, er bloeiden bloemen, de bergen, eerst ook bruin/grijs, waren grotendeels groen, meren die eerst nog bijna volledig bevroren waren, hadden nu open water. En we zagen ook, dat de meeste rivieren harder stroomden, en net als veel meren, veel hoger water hadden. Fascinerend, hoe de natuur in een paar dagen kan veranderen.

Muncho Lake, vrijwel bevroren toen we er de eerste keer langs reden, nu bijna helemaal ijsvrij.

Alles mooi groen!

Het wild genoot er ook wel van, we kwamen weer bizons tegen, die heerlijk lagen te luieren (na een goede, groene maaltijd???), een paar beren, die heerlijk aan het groene spul liepen te knagen en een eland, die ook rustig doorging met eten toen wij even stopten.

Al met al best een geslaagde dag. Dat we die omweg moeten maken is jammer, maar er is niet veel aan te doen. Dus we maken er maar het beste van en genieten sowieso van al het moois om ons heen.

Morgen willen we uiterlijk 8.30 uur vertrekken, dan kunnen we hopelijk zo'n 600 km rijden en hoeven toch niet al te veel te haasten.

donderdag 30 mei 2013

30 mei, Omdraaien!!

Ja, vandaag beginnen we aan de terugreis richting Vancouver. Het was heel plezierig om in Whitehorse 4 dagen stil te staan en op dezelfde camping te blijven. Even wat rust in de tent, na alle indrukken die we al hebben opgedaan.

Gisteren avond kwamen onze Amerikaanse buren, Betty en Dick, nog even gezellig bij ons kampvuurtje zitten. Zij zijn allebei gepensioneerd en genieten volop van reizen met camper. We konden het met zijn vieren goed met elkaar vinden, leuk om op deze manier nieuwe mensen te leren kennen. Zij gaan vandaag verder naar het Noorden, wij gaan weer terug naar het Zuiden.


We wilden om half 8 opstaan, omdat we een vrij lange rit van ruim 400 kilometer voor de boeg hadden. We hebben ook netjes de wekker van de telefoon gezet, maar die was op Alaska tijd blijven steken en dat is een uur vroeger. Uiteindelijk waren we dus pas om half negen wakker. Dus maar snel ontbeten en alles aan de kant en wegrijden. 


Onderweg was duidelijk te zien, dat het hier de laatste paar dagen warm, met een paar buien, was geweest: de natuur is hier flink aan het wakker worden. De loofbomen zijn duidelijk groener, de struikjes met rode takken, die eerst nog kaal waren, hebben nu al veel blaadjes, de berm kleurt geel van de paardenbloemen en de meren, die nog bevroren waren, hebben al veel meer open water.
Bij Teslin Lake zijn we ook nog even gestopt, daar hadden we de vorige keer mooie foto's gemaakt van het kruiend ijs, dat was nu helemaal verdwenen. Er dreven nog wel stukken ijs, maar veel verder weg van de kant.


Onderweg zagen we ook nog een kariboe, die we zelfs konden fotograferen.

In Teslin hebben we wat gegeten en een paar boodschappen gedaan. 
We zitten nu op dezelfde camping als zaterdag, die is vlakbij de afslag naar Highway 37, die ons in 5 dagen naar Prince Rupert brengt. Daar hebben we nog een vrije dag te besteden, voor we de Ferry naar Vancouver Island nemen.

woensdag 29 mei 2013

29 mei, White Pass, met de bus en trein naar Skagway

Vanmorgen hebben we de wekker maar weer eens gezet, want we zouden om half 9 bij de camping worden opgehaald om naar de trein gebracht te worden. Wij stonden vroeg bij de ingang en de bus was er ook snel. Er zat nog één andere passagier in!! De chauffeur had er duidelijk zin en vertelde ons van alles over de omgeving. Gelukkig hadden we tijd genoeg om hier en daar te stoppen.
Eerste stop was Emerald Lake, dat lag er prachtig bij

Tweede stop in Carcross, de naam heeft niets met auto's te maken, maar met "caribous", die in die regio overstaken. 

Bij Fraser aangekomen stond de trein al te wachten en hij was aardig vol. Wij kregen gelukkig een plekje in een wagon die niet helemaal vol was, zodat we allebei bij het raam konden zitten. Nou hebben we daar uiteindelijk weinig gebruik van gemaakt, want we stonden meestal buiten op het balkon. De trein rijdt van Fraser naar Skagway (Alaska) over de White pass, een prachtig gebied. Bijna iedereen in de trein was continue aan het fotograferen. Gletsers, bergen waar gedeeltelijk de sneeuw al af was, helemaal besneeuwde bergen, kleine meertjes, watervallen enz. enz.




In Skagway kwam de douane aan boord, we waren de enige Europeanen, moesten ons paspoort inleveren en naar het douanehok komen. "And you'll need dollars, we have no facilities for creditcards", werd ons ook nog even "vriendelijk" gezegd! Nou ja, wij hadden geen dollars, want we zouden er maar 2 uur blijven en Amerika is het land van de creditcards.... Dus moest Herman op zoek naar een geldautomaat en werd ik alvast "geprocessed". Vingerafdrukken van alle vingers, foto en dan pas kreeg  ik een stempel in mijn pas. Niet dat ik die al terug kreeg, want er was natuurlijk nog niet betaald. Herman had ondertussen de halve stad doorgelopen en eindelijk een automaat gevonden, die eerst ook nog weigerde! Toen hij ook "geprocessed" was en betaald had mochten we eindelijk de stad in. Men had ons wel verteld over de hele procedure, maar niet over het cash geld!!! Later bleek dat onze chauffeur, die ons weer oppikte in Skagway, dit ook niet wist!!!

Skagway is op zich wel een grappig stadje, maar volledig gericht op de toeristen, die met enorme cruiseschepen aankomen. Heel veel juwelierszaken, 3 kerstwinkels (!), eettentjes en souvenirwinkels. Wij vonden het druk, maar onze chauffeur zei, dat het een rustige dag was, want er lagen maar drie cruiseschepen. Soms liggen er 5 of 6 en dan kun je over de hoofden lopen. 
We hadden ook geluk met weer, de zon scheen en het was warm, maar dat schijnt daar niet zo heel vaak voor te komen.

De trein route is aangelegd, nadat in Klondike goud was gevonden en het bleek dat de bevoorrading van alle mensen die daar waren niet op een andere manier mogelijk was.

 Om 3 uur zouden we weer vertrekken, maar we hebben nog een kwartier staan wachten op de dame die met ons in de bus zat en die niet kwam opdagen! Bij de Fraser, ook de Canadese grenspost, bleek dat men haar had gevonden en ze naar Fraser gebracht zou worden!!! Daar hebben we dus ook nog even op gewacht.

De busrit was ook weer mooi, je ziet zoveel om je heen, dat we steeds weer foto's maakten en hoopten dat ze goed zouden lukken vanuit de rijdende bus.

Om half zeven waren weer "thuis" op de camping. 
Nu zitten we nog lekker buiten bij het vuur, het is nog helemaal licht (kwart over tien!) en de muggen houden zich tot nu toe gedeisd.

Morgen vertrekken we weer richting zuiden, dan gaat de terugreis beginnen. Het was heerlijk om 4 dagen een vaste standplaats te hebben, maar we hebben ook weer zin om verder te gaan!