Gisteren avond kwamen onze Amerikaanse buren, Betty en Dick, nog even gezellig bij ons kampvuurtje zitten. Zij zijn allebei gepensioneerd en genieten volop van reizen met camper. We konden het met zijn vieren goed met elkaar vinden, leuk om op deze manier nieuwe mensen te leren kennen. Zij gaan vandaag verder naar het Noorden, wij gaan weer terug naar het Zuiden.
We wilden om half 8 opstaan, omdat we een vrij lange rit van ruim 400 kilometer voor de boeg hadden. We hebben ook netjes de wekker van de telefoon gezet, maar die was op Alaska tijd blijven steken en dat is een uur vroeger. Uiteindelijk waren we dus pas om half negen wakker. Dus maar snel ontbeten en alles aan de kant en wegrijden.
Onderweg was duidelijk te zien, dat het hier de laatste paar dagen warm, met een paar buien, was geweest: de natuur is hier flink aan het wakker worden. De loofbomen zijn duidelijk groener, de struikjes met rode takken, die eerst nog kaal waren, hebben nu al veel blaadjes, de berm kleurt geel van de paardenbloemen en de meren, die nog bevroren waren, hebben al veel meer open water.
Bij Teslin Lake zijn we ook nog even gestopt, daar hadden we de vorige keer mooie foto's gemaakt van het kruiend ijs, dat was nu helemaal verdwenen. Er dreven nog wel stukken ijs, maar veel verder weg van de kant.
Onderweg zagen we ook nog een kariboe, die we zelfs konden fotograferen.
In Teslin hebben we wat gegeten en een paar boodschappen gedaan.
We zitten nu op dezelfde camping als zaterdag, die is vlakbij de afslag naar Highway 37, die ons in 5 dagen naar Prince Rupert brengt. Daar hebben we nog een vrije dag te besteden, voor we de Ferry naar Vancouver Island nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten